annagaatnaararusha.reismee.nl

Andere wereld, andere ik?

Habari wote kule nyumbani! Hallo mensen thuis!

Het lijkt nog maar zo kort geleden dat ik schreef over mijn eerste mijlpaal, dat ik hier een maand was. Vandaag is het de tweede: het is nog maar een maand voordat ik wegga! Zoals ik wel vaker heb gehad de afgelopen weken, merk ik dat mijn gevoel weer verschuift. Een paar weken geleden moest ik er niet aan denken om weer naar Nederland te gaan, ik dacht er zelfs over na om te verlengen. Inmiddels overweeg ik dat niet meer: vier weken zijn zo voorbij, maar het is goed zo. De dagen gaan langzamer, af en toe verveel ik me zelfs een beetje. Ik heb hier natuurlijk ontzettend veel gezien en meegemaakt en daardoor heb ik inmiddels alle “eerste keren” ook wel gehad.

Meer dan mede-vrijwilligers

Een van de gevolgen van het feit dat er niet zoveel nieuwe ervaringen meer zijn, is dat ik ook steeds minder voer voor mijn blog heb (sorry). Terwijl ik aan het bedenken was waar ik over wilde schrijven, realiseerde ik me dat ik eigenlijk weinig over de mensen vertel met wie ik al twee maanden mijn leven deel. Natuurlijk worden ze af en toe genoemd, maar ik denk dat het voor jullie nog niet duidelijk is hoe groot deel van mijn leven hier ze uitmaken. Omdat je allemaal ‘in hetzelfde schuitje’ zit – vreemd land, ver weg van huis, geen bekenden om je heen – trek je eerder naar elkaar toe en stel je jezelf ook sneller open. Gisteren zei ik tegen Maaike, die hier de weekenden doorbrengt: “Weet je, wij kennen elkaar pas minder dan twee maanden hù”. Met grote ogen keken we elkaar aan. Zo voelt het gewoon totaal niet, het voelt alsof we elkaar al jaren kennen.

Ik zie ze natuurlijk ook vaak, vaker zelfs dan mijn vriendinnen thuis. Olivia zie ik sowieso twee keer per week met Swahili-les en zoals gezegd woont Maaike in de weekenden bij mij. Maar daarnaast spreek ik elke week minstens Ă©Ă©n keer met ze af, om te lunchen, te shoppen of gewoon te wandelen. Het is leuk om even bij te kletsen en ondertussen ook een eettentje of nieuw deel van de stad te ontdekken. Daarnaast gaan we ook minimaal Ă©Ă©n keer per week uit en dan slapen zij meestal ook bij mij. Een logeerfeestje deluxe zeg maar. Ze zijn in die twee maanden meer dan mede-vrijwilligers geworden: het zijn vriendinnen. Ik sta versteld over hoe makkelijk we met elkaar kunnen praten en hoeveel (persoonlijke) dingen ik ze vertel. Natuurlijk weet ik niet of dat wederzijds is, maar het is een prettig gevoel zo open te kunnen zijn.

Janne is natuurlijk mijn huis- en kamergenootje (en ze ligt helaas het hele weekend al ziek in bed, waarschijnlijk een griepje). Het is fijn om thuis te komen en aan iemand je dagelijkse worstelingen te kunnen vertellen, hoe onbenullig ze ook zijn. Al helemaal omdat we ongeveer even oud zijn: we hebben vaak dezelfde struggles en kunnen er samen over klagen of lachen. EĂ©n blik en we kunnen samen de slappe lach krijgen, ook heel gezellig. We kennen elkaar nog iets te kort, maar ook zij begint meer en meer een vriendin te worden.

Sowieso vind ik het leuk dat ik in een huis woon met zoveel mensen erin, daardoor voelt het heel levendig. Doorgaans zijn we met zijn zestienen! Sara, Stella, Jackie, Fatumah en Lea zijn allemaal vulnerable girls, meisjes die mama opvangt of helpt omdat ze in een moeilijke situatie zitten. Zij zorgen voor de was, het eten, het schoonmaken, enzovoort. Dan is er nog Eunice, de Engels lerares die ook in het huis werkt, maar binnenkort aan een opleiding begint. Samuel is de enige jongen die hier werkt, hij doet alle klusjes. Dan het gezin, dat bestaat uit Mama, Baba en Jackie. En dan de gasten. In totaal kunnen er 18 (!) gasten verblijven in het huis, en er is zelfs een nieuwe kamer in aanbouw. Maar op dit moment zijn we met zijn zessen. Leny en Tineke, ik noem ze vaak liefkozend de bibi’s, zijn twee zussen van in de zestig die een paar dagen na mij zijn aangekomen. Allemaal luchten we af en toe ons hart bij deze ervaren dames. De mama’s van het huis dus. Leny is nu op Zanzibar, en volgende week zondag vertrekken ze allebei. HĂ„kon en Maarten zijn twee studenten uit Noorwegen (maar Maarten is Nederlands) die hier hun bachelorscriptie schrijven. Maarten bezoekt koffieplantages om een nieuwe vorm van fair trade handel te onderzoeken. HĂ„kon schrijft over het niveau van Engels op de middelbare school, dus morgen neem ik hem mee naar mijn school. Zij blijven in totaal zes weken, ze gaan een paar dagen na mij weg. Dan hebben we natuurlijk nog Janne, die hier in totaal ruim vijf maanden blijft! Heel stoer. Ze heeft tot nu toe een beetje pech gehad, maar ze laat zich niet klein krijgen en pakt de draad gewoon elke keer weer op. En als laatste ikzelf, de ‘oud-gediende’ omdat ik hier het langst zit. Een leuk gevoel hoor, om de meest ‘ervaren’ persoon te zijn.

Wereld van verschil

Woensdag ging ik met Maaike en Olivia naar een bijeenkomst van Masai-vrouwen, georganiseerd door mama’s organisatie HIMS. Toen we aankwamen bij de ontmoetingsplek, bijna twee uur buiten Arusha, kwamen de vrouwen een voor een aanwandelen. Ze zagen er indrukwekkend uit. Lange, magere vrouwen, de meesten met uitgelubberde oorbellen en littekenversiering in hun gezicht. Ze droegen allemaal de traditionele geruite gewaden en waren behangen met sieraden: om hun enkels, polsen, nek en in hun oren.

We werden begroet met een lied, mĂ©t Afrikaans gejoel. Toen ging iedereen zitten, wij en de oudere vrouwen op houten bankjes, de andere vrouwen op de grond of op een steen. De sessie begon met een voorstelrondje. Alle communicatie ging van de Masai-taal, die totaal anders is dan Swahili, naar Swahili, naar Engels en dan in ons hoofd naar Nederlands. Na het voorstellen vertelden ze over deze groep. Al deze 30 vrouwen leven in dorpjes in de omgeving, en elke woensdag om 13:00 is er een ‘geheime’ bijeenkomst (de meeste vrouwen vertellen het niet aan hun man). Ze praten vooral over hun leven, over de problemen en mogelijke oplossingen. Mooi detail: elke vrouw legt 1000 shilling per bijeenkomst in. Dat geld wordt als lening aan een van hen gegeven, zodat ze zelf een bedrijfje kan opzetten. Na drie maanden moet het geld met 10% rente terugbetalen. Het is een manier voor hen om iets onafhankelijker te worden. Met het geld dat ze verdienen kunnen ze hun kinderen naar school sturen of gezondheidszorg betalen. HIMS biedt ze een veilige plek om samen te komen en verschaft ze ook informatie over onder andere gezondheidszorg en onderwijs.

Na deze uitleg mochten wij vragen gaan stellen. Hun leven was zo totaal anders, we wisten niet waar we moesten beginnen. De chair woman, de enige vrouw die Swahili sprak, had uitgelegd dat alle vrouwen kwamen lopen, sommige woonden wel meer dan vijf kilometer verderop. Om weg te kunnen gaan, liegen ze dat ze water gaan halen, hout of eten gaan verzamelen of de kudde gaan laten grazen. Dat is een van de kenmerken van de Masai-cultuur: de vrouwen doen bijna alles. Water halen, eten verzamelen en bereiden, hout verzamelen, huizen bouwen, schoonmaken de kuddes laten grazen en ga zo maar door. Wat de mannen doen? ‘Het huis bewaken’ en af en toe eens jagen. De Masai-samenleving is sterk patriarchaal. De mannen hebben weinig verantwoordelijkheden en veel rechten. Een voorbeeld daarvan is het huwelijk. Op een zekere leeftijd benadert een man de vader van een meisje – dit kan al vanaf een jaar of zeven. Zonder tussenkomst van de moeder of de dochter onderhandelen de mannen over het aantal koeien dat het meisje waard is en wordt het meisje verkocht. Wat daarna gebeurt is nog gruwelijker: het meisje wordt besneden. Vanaf dat moment is ze het eigendom van haar man. Soms gebeurt dit zelfs al voordat het kind geboren is. Een man kan een ongeboren kind claimen door een armband om te doen bij te moeder. Als het een jongetje is, wordt het zijn vriend; als het een meisje is zijn vrouw. Ook polygamie is normaal binnen de samenleving van de Masai.

Natuurlijk waren wij als vrije Hollandse meiden benieuwd wat de vrouwen hiervan vonden. Ze waren het erover eens: ze vonden het afschuwelijk. Maar op de vraag: “Houden jullie van jullie mannen?” antwoordden ze instemmend, iets wat wij niet hadden verwacht. Zoals ik hier wel vaker zie, berusten mensen zich hier al snel in hun lot. Maar nee, ze zijn niet gelukkig en nee, ze willen dit niet voor hun dochters en proberen het te voorkomen. Toen ik vroeg: “Wat is er mooi aan de Masai-cultuur?”, moesten ze lachen. Het onderlinge respect, was het antwoord. Er is veel respect tussen vrouwen en mannen, en natuurlijk voor de ouderen, ook al zien wij dat misschien niet zo.

Toen wilden ze graag vragen aan ons stellen. Ze vroegen zich voornamelijk af hoe ons leven eruit ziet. Twijfelend vertelden wij dat we volledig vrij zijn in de liefde: we bepalen zelf van wie we houden en met wie we trouwen. Dat we een opleiding kunnen volgen en zelf kunnen bepalen wanneer en hoeveel kinderen we willen. Ik voelde me niet schuldig tijdens het vertellen, maar wel ontzettend bevoorrecht. Voor de zoveelste keer sinds ik hier ben, besefte ik me hoeveel geluk ik heb gehad dat ik in deze tijd, in Nederland ben geboren. Hoe anders was mijn leven geweest als ik hier in Tanzania, als Masai-vrouw was geboren? We waren er alle drie behoorlijk stil van.

De medewerkers van HIMS namen nog even de tijd om uitleg te geven over de gezondheidszorg. Tineke heeft namelijk een deel van haar ingezamelde geld gebruikt om voor elk gezin van de vrouwen een jaar lang gezondheidszorg te kopen. Dit is slechts 10000 shilling (5 euro) per jaar, maar ze waren door het dolle. Zo mooi om te zien hoe een bedrag dat voor ons niets is, hier zoveel verschil kan maken.

Na de groepsfoto bezochten we nog het huis van de chair woman. De Masai-huizen worden gemaakt van stokken die aan elkaar worden geplakt met een mengsel van koeienstront, modder en as. Binnen stonden twee banken, een salontafel, Ă©Ă©n kast met spullen en een bed, maar het slaapgedeelte mochten wij niet zien. Het was benauwd, het rook naar en het was aardedonker. De kookhut was zo mogelijk nog erger: nog kleiner en helemaal zonder verlichting. Van ons oogpunt was dit echte armoede: weinig spullen, geen elektriciteit of stromend water, broodmagere beesten, kinderen in vodden en omringd door vliegen. Misschien dat zij het anders zagen, ze hebben immers voedsel en een dak boven hun hoofd. Het zet je aan het denken wat armoede eigenlijk is. Kortom, deze trip was zeker de moeite waard, en gaf veel stof tot nadenken.

Wie ben ik?

Door onze ontmoeting met de Masai heb ik veel nagedacht over mijn leven in Nederland. Gedurende de afgelopen weken ben ik mijn leven thuis, en Nederland op zichzelf, veel meer gaan waarderen. Alles wat voor ons zo vanzelfsprekend is – elektriciteit, stromend water, (vaat)wasmachines– is dat hier zo niet. Natuurlijk realiseer ik me dat je dat ook niet allemaal nodig hebt. Je kunt prima de was op de hand doen, douchen met een bak water is okĂ© (al heb ik dat maar een paar keer hoeven doen, wij worden hier verwend) en zonder elektriciteit ben je opeens veel socialer. Maar wat ik hier wel ontzettend mis, en waar ik niet zonder zou kunnen leven, is vrijheid. De vrijheid om te gaan en staan waar je wilt, te doen wat je wilt, te zeggen wat je wilt, te houden van wie je maar wilt, te geloven in wat je maar wilt. Het is hier allemaal niet vanzelfsprekend en dat vind ik schokkend, frustrerend en verdrietig.

Zaterdag had ik daar met Maaike een goed gesprek over. Samen liepen we naar het centrum om kaartjes te posten en te lunchen. Overigens doe je daar normaal al iets van 45 minuten over, maar wij waren met ons geweldige richtingsgevoel 20 minuten lang in compleet de verkeerde richting gelopen. In Nederland zou ik chagrijnig zijn geworden: hier vond ik het grappig, en zo zagen we weer een nieuw deel van de stad. Daarbij waren we gezellig aan het kletsen. Het ging erover dat wij hier allebei per se alleen naartoe wilden gaan, dat we dit helemaal zelf wilden ervaren. Voor mij was dat, hoe cliché het ook klinkt, omdat ik wilde weten wie ik echt ben. Mijn hele leven ben ik omringd geweest door familie en vrienden: er waren altijd mensen om op terug te vallen. Ik wilde weten hoe ik me gedroeg zonder die mensen, of ik dan een ander persoon was. Het antwoord: nee, ik ben precies hetzelfde. Geruststellend ook wel. Wat ik hier wel ben geworden, is veel zelfstandiger. Niemand om advies aan te vragen, niemand om tegen aan te kruipen of bij uit te huilen (fysiek dan, dankzij sociale media): ik voel me veel sterker. Nu pas weet ik zeker: ik kan het zelf. Dat is een van de mooiste ervaringen die ik straks mee terug neem naar Nederland.

Maar goed, zo ver is het natuurlijk nog niet! Want ik heb hier dan al wel veel gedaan, er is altijd nog wel iets te doen. Maandag gaat HĂ„kon mee naar mijn school om onderzoek te doen. Afgelopen week zijn daar de twee Finnen aangekomen, Eva en Antti, die hebben geholpen de dovenschool te financieren en de leraren op te leiden. Het was heel leuk om de mensen te ontmoeten die zoveel voor elkaar hebben gekregen, en ze hebben me uitgenodigd om bij hen te komen eten! Dat belooft een interessant diner te worden. Dinsdag nemen Olivia en ik Sia ter ere van onze laatste Swahililes mee uit lunchen. Woensdag ga ik proberen wat tweedehands jeans te scoren op de Tengeru markt – ik hoop stiekem op een Levi’s pareltje. Vrijdag zijn we uitgenodigd om bij Sia te komen eten en daarna local uit te gaan. En zondag is Vanessa jarig en heb ik mijn eerste lokale verjaardagsfeestje. Dus, hoezo vervelen?

Kwa heri!

Anna

PS Met dat weinig voer voor mijn blog viel het uiteindelijk nog wel mee deze keer. Maar wil je graag dat ik over iets schrijf, bijvoorbeeld over een ervaring, een persoon of hoe iets nou in Tanzania verschilt van Nederland, laat het dan gerust weten!

Reacties

Reacties

Osvaldo

Wat is het een heerlijk genoegen om als vader dit proces van volwassen worden van zo dichtbij te kunnen en mogen volgen.

Jannie

Anna wat weer een heerlijk verhaal ,leuk om de belevenissen te lezen van het bezoek aan de Massai vrouwen .
Wat leven wij dan vrij in Nederland .
Nog heel veel plezier. .
Liefs Jannie

Ali

Ik sluit me graag bij papa aan!

Marjan

Lieve Anna, wat een mooi verhaal weer! Wat een ander leven van de masai vrouwen. Het is ook zo'n ander leven daar en begrijp dat je gaat nadenken over jezelf en je eigen leven, je beschrijft het heel mooi allemaal!
Wij hadden hier in Ladis ook een heel fijne dag.
Veel liefs van ons allemaal.

Ali

Mooi om te lezen hoe je meer en meer bewuster wordt van jezelf en je omgeving. Dat je je realiseert hoe verschillend het leven op aarde kan zijn. Hoe bevoorrecht we zijn in Ned. Wat overigens niet betekent dat je je vanaf nu schuldig moet voelen over de welvaart en vrijheid die jij geniet! Daar schiet niemand iets mee op. Maar bewuster zijn, maakt wel dat je, bijv in je studie en latere werk, een steentje kunt bijdragen aan een betere wereld. Vrij naar Herman van Veen: Anna, de wereld is niet mooi, maar jij kunt haar een beetje mooier kleuren!

Martine

Je vertelt het heel goed, Anna. Mooi hoe je beschrijft hoe vriendschappen zich ontwikkelen. Die kunnen ontstaan door de jaren heen maar ook in korte tijd!
En het verhaal over de Masai vrouwen is indrukwekkend. Jammer dat de dames geen deegrollers hebben... Die kerels komen wel met erg veel weg.

ramon

ik sluit me ook graag aan bij wat je vader schreef en ben als oom erg trots op je Anna en ik hoop dat de laaste maand met genoegen voor bij zal gaan groetjes en tot schrijvens

Annette

Moet bijzonder zijn geweest die bijeenkomst met de Masai vrouwen! Jammer dat ik die heb gemist. Mooie foto's heb je ook van ze kunnen maken zag ik. Ik ben wel een beetje jaloers op die ervaring ;-)

Simone

Mooi geschreven An! Het zet me echt heel erg aan het denken, echt een goed besef moment.

{{ reactie.poster_name }}

Reageer

Laat een reactie achter!

De volgende fout is opgetreden
  • {{ error }}
{{ reactieForm.errorMessage }}
Je reactie is opgeslagen!

Deze reis is mede mogelijk gemaakt door:

Travel Active